Stapje voor stapje

26-2-2004 Vandaag sneeuwt het. Dus de slee mag nog een keer van de zolder naar beneden deze winter. We zijn eerst even naar de huisarts geweest. Omdat onze oudste nog steeds veel uitslag heeft. In zijn gezicht en op zijn handen. We hebben hiervoor zalf meegekregen.

Nu lekker op de slee terug naar huis. Naar mijn schoonzusje en de kinderen. Onze oudste vindt dit erg leuk. Maar hij wil wel naar binnen. Het is toch wel koud. Ik ga, ondertussen als de oudste bij zijn tante is, lekker met Bantu onze hond, het bos in. Fototoestel mee en in de sneeuw fotograferen. Buiten zijn en stevige wandelingen doen me goed. Ik was hierna wel moe en buikpijn.

Ik ben toch weer aan het piekeren. Vandaag vooral over het feit; Waar doe ik goed aan. Heb ik buikpijn van mijn spiraal of omdat ik psychisch niets kan hebben. Of omdat het gewoon nog niet goed is. Of is het alles bij elkaar. Dinsdag – woensdag en vandaag verloor ik stukjes weefsel/bloedpropjes. Ik weet niet wat het is. Ik heb dit nooit gehad. Het lijkt wel of ik nog niet goed schoon ben na de bevallingen. Maar het voelt wel als een bevestiging dat de buikpijn niet alleen psychisch is. Ik vertel veel mensen dat ik me niet goed voel. Ik twijfel erg aan mezelf. Stel ik me aan? Maar ik vind dat ik me soms ook gewoon nog slecht mag voelen. Zelfs al was het alleen maar psychisch. Ik begin steeds meer te beseffen dat er heel veel in mijn hoofd speelt. Ik kijk soms heel zwart. Ik verlang naar mezelf, ken mezelf niet terug na het verlies van de jongens. Een stukje van mezelf is (ook) overleden. Ik denk voor andere mensen. Wat is het zwaar om uit de cirkel te blijven, uit die negatieve spiraal. Ik moet mezelf snappen, begrijpen. Ik zoek verklaringen. Waarom doe ik zoals ik doe. Loslaten is voor mij anders haast niet mogelijk. Ik begin nu gelukkig wel beter te snappen/begrijpen waarom ik de dingen doe, die ik doe.

Voor mijn man doe ik erg mijn best totdat ik niet meer alleen kan en over mijn grenzen heen ga. Mijn man heeft de neiging voor het verdriet weg te lopen. Ik neem alles voor mijn man uit handen zodat we, als hij thuis is samen kunnen zijn. Vandaag heb ik niets uit handen genomen voor mijn man. Ik had rust nodig en heb het genomen. Niet om mijn man te kwetsen maar om mezelf te beschermen. Mijn man moet zijn eigen grenzen stellen, “ik hoef alleen maar voor mezelf te denken”. Iedere keer opnieuw lijkt het zo makkelijk maar dat is het echt niet. Geconditioneerd gedrag is moeilijk te doorbreken. Het wordt voor mij nu inzichtelijk nadat ik zoveel verdriet te verstouwen krijg. Ik voel dat ik dicht bij mezelf moet blijven. Anders wordt ik opgeslokt, leeggezogen. Het kleine beetje energie dat ik heb is zo weg.

Gisteren dacht ik nog, hoe neem ik weer deel aan die snelle wereld. Het voelt alsof ik op het perron sta en de trein rijdt nog veel te snel. Bedenk maar eens een manier om in te stappen. Wat heb je nodig om weer met zo’n trein mee te kunnen.

Conclusie 1: Sneltreinen laat maar gaan, die wil ik niet meer. Dan mis je veel te veel onderweg. Je moet genieten van elke minuut die je hebt. En dat betekent niet niets doen maar het betekent wel een goede balans vinden. Zodat je leven in evenwicht is.

Genieten van mijn gezin, van wat we hebben samen. Thuis de boel op orde kunnen houden. Tijd voor mezelf om te ontspannen. Werk om een bijdrage te leveren aan alles. Om er tussenuit te zijn, afleiding te hebben. In een team werken, me nuttig en voldaan voelen. Zodat ik ook weer meer kan genieten van vrije momenten. Maar alles stapje voor stapje, anders loop ik mijn verdriet voorbij en daarbij mezelf dus. Ik moet blijven voelen, contact blijven houden met mezelf. De laatste maand heb ik heel veel energie nodig gehad om uit mijn schulp te kruipen. Het verdriet toe durven laten en heel voorzichtig weer in de wereld en de toekomst kijken.

Weer proeven hoe het is op het werk. Maar ook voor de oudste. Hij zegt ’s morgens nog wel ooit; Niet ziekenhuis hè!

Gisteren zijn we naar het ziekenhuis geweest, naar mijn werk. Even koffie drinken, de oudste even spelen. Hij vond het heel leuk. Ik vond het ook fijn maar tevens ook heel emotioneel. Het is nu voor mij ook weer duidelijk dat ik nog niet de zorg in kan. Dat ik helaas nog niet veel aankan. Ik weet nu wel wat ik moet vertellen in het gesprek dinsdag met mijn leidinggevende.

De oudste loslaten vind ik ook heel moeilijk. Hij vindt het zelf heel leuk bij mijn schoonouders en mijn schoonzusje. Dus daar is geen probleem. In mijn hoofd nu ook minder. Maar er zijn wel dingen die ik niet zo prettig vind. Zoals Opa die lacht als de oudste valt en dan zegt dat hij dom is. En Oma die geen goed Nederlands met hem spreekt en hem verwent. En zijn tante die onze oudste wel eens alleen laat met haar dochter. Maar dan moet ik reëel zijn en het loslaten. Onze oudste wordt hier niet slechter van. Over beschermen is niet goed. Maar dan denk ik zal ik onze oudste niet eens een keer naar mijn moeder brengen. Dan zie ik hoe ze met hem omgaat en dan denk ik nee. Mijn leven mijn regels.

Plaats een reactie