Zwar(t)e week

13-2-2004 Ik heb een heel zware week achter de rug. Heel moe en heel verdrietig. Soms zak ik dan heel diep in mijn verdriet. Afgelopen woensdag; De dag begint goed. Mijn man is vrij en heeft wat afspraken vandaag. Hij zou onze oudste meenemen zodat ik een middag mijn handen vrij heb. Goed plan, alleen wijzigt het plan. Mijn man gaat weg en ik blijf thuis met de oudste. Is niet erg, ik heb een goede dag. Moet wel even m’n plannen omgooien. Maar ik fiets lekker naar een vriendin. Het is woensdagmiddag. Gezellig zitten kletsen en de oudste heeft heerlijk gespeeld. Om 16.15u weer thuis. Lekker gefietst. Thuis nog even wat rommelen en dan begin ik maar vast met het maken van het eten. Ik had eigenlijk mijn man al wel thuis verwacht. De oudste is moe en vervelend. Hangt aan mijn benen en vraagt alleen maar om aandacht. Waar blijft mijn man toch?! Zet het eten maar af en ga met onze zoon wat spelen. Hij wil niet en is erg jengelig. Ik ben ineens heel moe en heb hier ook geen zin in. Als je dan toch niets wil, kan ik net zo goed gaan koken. Direct als ik weer start met het eten hangt mijn zoon weer aan m’n benen. Ik mopper flink maar heb hier meteen weer spijt van. Eigenlijk ben ik heel boos op mijn man omdat hij nog niet thuis is. Ik slinger mezelf weer aan; Niet hierin blijven hangen maar bellen en zegen tegen mijn man dat ik het heb gehad. Telefoon is in gesprek en even later geen bereik. Ondertussen word ik steeds bozer. Mijn hoofd draait op volle toeren. Er gaan allerlei gedachten door mijn hoofd. Mijn man is weg voor sponsering te regelen voor een vriend. Hier thuis hoeft ook niets, denk ik cynisch. Ja, dan word ik passief-agressief. En vooral verdrietig omdat ik me in de steek gelaten voel. Ik raak dan inwendig in paniek van de gedachten die door mijn hoofd rondspoken. Zowel reële als irreële gevoelens. Dit soort situaties kosten mij verstandelijk heel veel moeite om alles op een rijtje te krijgen.
Eindelijk komt mijn man thuis. Ik ben zover heen dat ik geen honger meer heb. Ik wilde het ook extra gezellig maken. Biefstukje, gebakken aardappels, tomaatjes. En wat doet mijn man voor de gezelligheid, alles voor een ander. Word ik echt boos en verdrietig van. Ik zeg dat ik het gehad heb en ga in bad. De molen van gedachten draait gewoon door. Heel, heel diep en ver. Ik kom tot de conclusie dat als mijn man mij zo in de steek blijft laten, ik het dan niet red. Daarvoor heb ik nog niet genoeg energie. Dat betekent dat ik dan niet voor de oudste kan zorgen zoals ik zou willen en dan stort ik psychisch in. Ik heb dan niet de energie om daar alleen uit te komen. En dat doe ik ook niet meer. Dan heb ik niets meer om voor te leven.
Vandaag denk ik hieraan terug en is die gedachte gelukkig alweer ver weg. Ik kom tot de conclusie dat het enige wat helpt is meteen praten. Maar dan moet degene wel bereikbaar zijn.
Meteen als de oudste in bed ligt praten we over vanmiddag. Als ik mijn verhaal gedaan heb begint mijn man meteen over de bouwplannen van de overburen, zonder ook maar een reactie op mijn verhaal te geven. Weer word ik boos, ik kook bijna. Toch houd ik me in en vraag netjes; Heb je me gehoord, begrepen?
Ja, zegt mijn man. Maar ik weet niet wat ik ermee moet. Ik wil het wel uitroepen, ik heb je nodig! Dan komen weer alle smoesjes van, dit liep uit en dat duurde lang enzovoort. Dan volgen er pas echt de gedachten van mijn man. Hij vraagt zich af of het hem wel allemaal waard is ons zo alleen te laten en de boel thuis zo te laten lopen. Hij vraagt zich af of hij wegloopt voor zijn en ons verdriet. Hij wist niet dat het zo erg was. En toch heb ik het wel aangegeven.
Heel langzaam en stukje bij beetje kunnen we weer gewoon ons verdriet hebben om Gijs en Rijk en ons kindje van de toekomst, wat zo gewenst is en we niet meer aankunnen. De zorg rondom de oudste. Het is zwaar.
Gelukkig gaat het met mij hierna een stuk beter. Maar ik heb wel het idee dat ik mijn man dan erg aanspreek op zijn energie. Hij weet hier echt geen raad mee. Gelukkig uit hij uiteindelijk wel hetzelfde verdriet. Het doet mij erg goed dat dan ook te zien en te delen. We zijn weer een stukje verder, een dal overwonnen.
Het gaat goed, niet teveel willen. Toegeven aan het verdriet, al duurt het nog zolang. Niet blijven vechten, verzetten. Maar soms heb je dalen nodig om verder te komen. Ik merk dat ik nu ook wat meer de gedachte toe durf te laten alleen met de oudste verder te kunnen in de toekomst. Ik heb de box opgeruimd. Zo iedere keer een heel klein stapje verder. Ben voor de zekerheid toch maar weer naar de psycholoog gegaan en naar de fysio. Mijn rug en nek zitten nog steeds heel vast.

Plaats een reactie