In het verleden heb ik ook meegewerkt aan een, of aan dit promotie onderzoek. Precies weet ik dat niet meer. Maar “voor God spelen”, Ja, zo voelde ik dat. Als ik het boek zou schrijven over mijn ervaringen omtrent onze keuzes die we moesten maken was “voor God spelen” ook een van de titels die ik wellicht gekozen zou hebben. Nu lees ik in het boek ‘Echo’ van Maarten Slagboom dat er een artikel over geschreven is. Fijn dat er onderzoek naar gedaan is. Waaruit blijkt dat niet iedereen op een gelijke manier dit proces door wil of kan. Hieruit blijkt maar weer hoe belangrijk het is om open en zonder oordeel ouders voor de lichten in al zijn totaliteit. Zodat deze ouders de voor hen meest positieve (of minst erge) keuze kunnen maken. Hieronder het artikel uit de Volkskrant;
Beëindigen van zwangerschap is ‘voor God spelen’
Van onze verslaggeefster Ellen de Visser − 19/06/06
Marijke Korenromp ondervroeg ouders die een zwangerschap lieten afbreken vanwege een ernstige afwijking. Gevoelens van falen, twijfel en schuld blijken jaren later nog sterk…..
Op de laatste pagina van haar proefschrift heeft verloskundige Marijke Korenromp een gedicht opgenomen van ouders die het leven van hun ongeboren gehandicapte kind lieten beëindigen. ‘Een paar weken voor God spelen’, noteerden ze. ‘Jij beslist over leven en dood. Over een kind dat je zo graag hebt gewild.’.
Het is een perfecte samenvatting van de emoties die Korenromp tijdens haar onderzoek tegenkwam. Ze sprak of ondervroeg bijna duizend ouders die de zwangerschap van hun kind hadden laten afbreken nadat prenataal onderzoek had uitgewezen dat hun kind een ernstige afwijking had, zoals het Down-syndroom of een open rug. Hun verwerking blijkt gecompliceerd, juist omdat het ‘een zelfgekozen verlies’ betreft. .
Korenromp volgde een groep ouders tot vijftien maanden na de zwangerschapsafbreking en legde een tweede groep twee tot zeven jaar na hun besluit een vragenlijst voor. Gevoelens van falen, twijfel en schuld spelen jaren later nog sterk. De omgeving reageert vaak weinig begripvol op het verdriet: ze hebben hun kind en zichzelf toch veel leed weten te besparen? .
Maar ouders hebben heel vaak moeten kiezen tussen twee kwaden, aldus Korenromp: het beëindigen van een gewenste zwangerschap of het behouden van een kind dat waarschijnlijk een zware last zal blijken, voor zichzelf en voor de ouders. In tweederde van de gevallen gaat het immers om een kind met een levensvatbare aandoening. De helft daarvan betreft kinderen met het Down-syndroom..
Korenromp wijdde een deel van haar onderzoek aan moeders die een Down-kind verwachtten en hun zwangerschap lieten afbreken. Eenvijfde van hen had getwijfeld over dat besluit, eenderde had zich moeten verdedigen tegenover buitenstaanders..
Moeders van Down-kinderen hadden veel meer dan de andere moeders aan hun eigen belang gedacht bij de afweging de zwangerschap te laten beëindigen. Dat leverde vaak een extra schuldgevoel op, een beletsel om te mogen rouwen. Een moeder: ‘Hoe kan ik verdriet hebben? Je was heel welkom, maar op het moment dat je niet goed was, was je niet welkom meer.’.
Bij de meeste ouders blijkt de verwerking een half tot anderhalf jaar in beslag te nemen. Zo’n 19 procent van de vrouwen en 10 procent van de mannen kampt veel langer met psychische problemen. Korenromp: ‘Ze hebben depressieve gevoelens en vertonen vermijdingsgedrag, gaan bijvoorbeeld niet op kraambezoek. Ze houden last van beelden van hun overleden kind of van de bevalling en kunnen opeens totaal overstuur raken als ze terugdenken aan toen.’.
Artsen en hulpverleners zouden ouders moeten waarschuwen voor de mogelijk lange rouwperiode, zegt Korenromp. Ook uitgebreide voorlichting over de afwijking van hun ongeboren kind is noodzakelijk zodat twijfels zo veel mogelijk worden weggenomen. Hoe sterker de twijfel over het besluit de zwangerschap af te breken, hoe moeizamer de verwerking. .
Opmerkelijk is haar advies om ouders niet te veel aan te sporen tot een afscheidsritueel. Ziekenhuizen adviseren ouders om na de bevalling hun kind een naam te geven, het vast te houden en te laten begraven. Dat zou goed zijn voor de verwerking. Vaak is dat ook zo maar 13 procent van de ouders gaf aan er achteraf spijt van te hebben..
Bij ouders die niet willen worden geconfronteerd met hun dode kind kan sprake zijn van ‘een legitieme vluchtreactie’, schrijft ze. ‘Het gevaar bestaat dat alle aandacht voor rouwrituelen omslaat in een vorm van druk.’ Een vader over het gesprek in het ziekenhuis: ‘Ik had het gevoel met een verkoper te praten: een bevalling, afscheid nemen, met alle voordelen daarvan. Je moet oppassen voor modetrends. Wij wilden gewoon een operatie en verder niks.’