Herinneringen

2-3-2003 Schrijven, daar komt niet meer zoveel van. Ik ben druk bezig met vooral voor de oudste zorgen. En ik krijg nog regelmatig bezoek en telefoon. Ook moet de boekhouding af, van het bedrijf van mijn man. Het weer is heerlijk ’s middags. De tuin is ook al helemaal klaar voor zover ik dat kan. Lichamelijk krijg ik nu wel wat meer klachten. Vooral mijn buik, mijn ribben en rug zijn pijnlijk. Ik heb dan ook geen baby die mij afremt. Maar wel een hoofd dat vol is van leegte en verdriet. Ik wil bezig blijven, niet denken.

Afgelopen woensdag zijn mijn broer en zus op bezoek geweest met ons jongste nichtje.
Voor donderdag had ik niets gepland. Het was heerlijk weer en ik ben lekker naar het Wit-Holland gewandeld. Een ven bij ons in de buurt. Dan loop ik langs het kerkhof terug. Daar kom ik bijna dagelijks. Ik weet niet precies waarom, het is een soort drang. ik vind het fijn om er te zijn. Ben dan niet echt verdrietig maar wil er gewoon naar toe. Denk ook vaak aan een meisje zo oud als de oudste. Is toen ze een half jaar was aan wiegedood overleden. Kijk altijd even of ook haar kaarsje brandt.
Vandaag hebben we alle bloemen opgeruimd. Alleen de voetbal en de tekeningen liggen er nog.

Vanmiddag komen vrienden op bezoek. Hij is tuinman en doet even het snoeiwerk voor ons. Ze blijven gezellig eten. Hebben ook een kindje iets ouder als de oudste.

Vanavond ben ik weer veel aan het piekeren. Vooral de dagen met de koliekpijn en de nierdrain heb ik duidelijk nog geen plek gegeven. Veel vragen en rotgevoelens komen terug. Wat was er op de echo die maandag te zien? Waarom kreeg ik pas dinsdag die drain? Waarom werd er geen vruchtwater afgelaten? Hoe moeilijk was het voor mezelf op te komen en op de röntgen tijdens het inbrengen van de drain te vertellen dat ze wel röntgenstralen mogen gebruiken als dat nodig is en beter is voor mij.
Zie ik later pas dat ik toen anti-biotica gekregen heb die niet goed is voor de baby. Ik had graag gehad dat ze dit met mij overlegd hadden. Of uitleg hadden gegeven waarom. Het is puur gevoelsmatig maar ik heb er wel last van. En zo maalt er vanalles door mijn hoofd. Ik denk vaak aan onze gynaecoloog. Heb veel behoefte aan een gesprek. Maar ik denk ook dat een gesprek veel herinneringen oproept aan onze Gijs. Nu is er geen leven meer in mijn buik. Geen afsraken meer en geen Gijs. Alleen herinneringen, steeds verder weg.

Gisteren hebben we de carnavals optocht gekeken bij mijn schoonouders. Hierna zijn we gaan eten en op kraamvisite gegaan bij vrienden. Het is een mooi en heel fijngebouwd meisje. Best moeilijk op kraamviste maar we zijn blij dat we meteen zijn gegaan. De oudste was heel lief en knuffelig. Had ook veel interesse voor de baby. In de auto naar huis hebben we het allebei even slecht. Vooral ook omdat de oudste zo lief was naar de baby. Zo had het nou bij ons moeten zijn. Ik zou dan ook het liefst willen schoppen en schreeuwen. Waarom nou wij?

’s Avonds zit ik er helemaal door. Dan mis ik Gijs zo verschrikkelijk. En heb ik heel veel verdriet. Ik heb ook veel hoofdpijn. Elke dag opnieuw een positieve draai aan de dag geven. Jezelf goed houden, onder de mensen komen en bezig blijven. Af en toe moet ik flink ontladen in de vorm van een huilbui. Het lucht gelukkig wel op. Ik kan ondertussen ook wel genieten van dingen. En vooral van onze oudste zoon kan ik genieten. Als ik met hem bezig ben hoef ik soms helemaal nergens aan te denken, heerlijk.

Plaats een reactie