13 november 2002 – Vandaag een spannende dag. Een oom en tevens heel goede vriend moet aan zijn hart geopereerd worden. Hij krijgt omleidingen. Naarmate de dag vordert treden er steeds meer complicaties op. Totdat we in de avond gebeld worden dat hij het niet heeft mogen redden. Het is echt een shock. Mijn man is nog in Zuid-Frankrijk met de vrachtwagen. Hij kan niet meteen naar huis. Moet dat hele eind nog rijden. Zit in zijn eentje te piekeren over de dood van een van z’n beste vrienden. Elke dag liep hij wel even binnen.
’s Nachts ben ik met familie nog naar het ziekenhuis geweest om bij het bedienen aanwezig te zijn en hem nog even aanraken, afscheid nemen……., Onwerkelijk, onmogelijk. Maar het is gebeurt. We hadden zoveel vertrouwen. Mijn man had eerder al een nieuwe aortaklep gekregen en dit was allemaal heel voorspoedig verlopen. Onze Oom hield zich hieraan vast en had zoiets van; over 6 weken ben ik ook weer een heel eind de oude. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter die net aan het beginpunt, de bloei van een zelfstandig leven staan.
Ik zie hem nog afscheid nemen boven in onze slaapkamer, ik lag al met de oudste op bed effe te teutelen voordat ik hem in bed ging leggen. Hij komt even op bed zitten en pest onze oudste zoon een beetje. Die vindt het een beetje eng, het zwarte hoedje, de donkere meneer. Maar ook lekker spannend. Hij draait zich om zwaait nog effe; “heel veel sterkte en tot gauw”. Dit was ons laatste contact.
De baby in mijn buik ligt geen seconde stil. Is erg onrustig in mijn buik. Ik slaap de hele nacht misschien een uurtje. Het geeft ook wel een beetje troost, zo’n trappelkont in je buik.