In het januari nummer van de Linda van 2014 staat een artikel over; Als je hoort dat je kind ernstig gehandicapt ter wereld zal komen, sta je voor een onmenselijke beslissing, zwangerschap afbreken of niet?
Ik heb aan dit artikel meegewerkt, samen met nog vijf andere vrouwen. Ieder verteld haar eigen verhaal, betreffende de zwangerschap waarbij bij het kindje een afwijking werd geconstateerd. Hieronder nog wat achtergrondinformatie zoals beschreven in de Linda. Voor het lezen van het artikel, zie de Linda van januari 2014.
Sinds 2006 wordt aan zwangere vrouwen standaard de twintigwekenecho aangeboden. Van de ongeveer 180.000 zwangere vrouwen per jaar, maakt 90% van die mogelijkheid gebruik. Daarbij wordt bij ongeveer 2,5% een afwijking aan de foetus geconstateerd, waarna ouders een vervolgonderzoek krijgen aangeboden. In 2006 werden 183 zwangerschappen tussen de 20 en 24 weken afgebroken. Sinds de twintigwekenecho wordt aangeboden, stijgt dat aantal: in 2011 werden er in die termijn 382 zwangerschappen beëindigd. De opsporingskans van een open ruggetje is 85%. Bij hartafwijkingen is dat ongeveer 50%. Het afbreken van een zwangerschap is toegestaan tot 24 weken, daarna is het in Nederland verboden. De moeder moet zelf bevallen, een keizersnede wordt zelden gedaan omdat dit extra gezondheidsrisico’s oplevert. De bevalling wordt in het ziekenhuis opgewekt met medicijnen en komt dan meestal binnen 24 uur op gang. Van een kindje dat voor de 24e week wordt geboren, hoeft officieel geen aangifte te worden gedaan bij de burgerlijke stand, maar in veel gemeenten mag het wel. Veel ouders ervaren dat als een erkenning van het bestaan van hun kind. Ook hoeft een baby van nog geen 24 weken niet officieel begraven te worden.